EINDHOVENDE WERKEN

Eindhovense werken

Voor Eindhovenaren zal het aardig zijn ook eens een bezoek te brengen aan het in Eindhoven aanwezige werk van Albert Troost. Bevoorrecht als zij zijn, kunnen zij gewoon in hun eigen stad terecht.

De beglazing en beschildering van het priesterkoor en de beschildering van de triomphboog in de Gerardus Majellakerk is de eerste Eindhovense opdracht van Troost. De dan vijfentwintigjarige nieuwkomer woont in het begin van de jaren vijftig in de parochie en krijgt van het kerkbestuur de opdracht de in die tijd nog kale kerk te decoreren ter gelegenheid van een priesterfeest. De iconografische opdracht is duidelijk: de pastoor wenst een verbeelding van het Sacrament, van de Evangelisten, de Heilige Familie, Michaël, de Bruiloft van Cana, Emmaüs … het werk zal uiteindelijk drie jaar in beslag nemen.

Troost’s werkwijze zal in de jaren die komen tal van wendingen en veranderingen ondergaan. Troost groeit en die groei is waarneembaar. Hij krijgt de prijs van Noord-Brabant – het is de eerste keer dat die prijs voor beeldende kunstenaar wordt uitgereikt – op te vatten als een bewijs voor de publieke instemming met zijn ontwikkelingsproces.

Vijfendertig jaar later vraagt men hem weer. De Mariakapel, die in 1982 gereed komt, is een van de sluitstukken van de beroepscarrière van de inmiddels vierenzestig jarige professor. Het werk is van totaal andere aard: het gaat nu om een object. Een beeltenis van Maria hangt, gevat in een houten omhulsel (een soort gevleugelde kist) aan vier kettingen in het gewelf. Het geheel zweeft in de vrije ruimte. Gekleurde raampjes in de kapel accentueren de samenhang van object en ruimte.

Een tweede bezoek kan gebracht worden aan het van Maerlantlyceum waar Troost in 1954 de ramen en plafondschildering van een trappenhuis voor zijn rekening neemt. Cassettenplafond en ramen verbinden zich onderling in hun vierkante maatvoering, maar blijven zelfstandig in de afzonderlijke afbeelding. In het plafond de tekens van de dierenriem, in de ramen Franciscus’ Zonnelied.

Ook het van der Puttlyceum is gezegend met werk van Troost. Troost begaat de gewaagde daad deze middelbare school te voorzien van een artistieke wandschildering: de ontvoering van Europa, zij wordt er uit het donkere water getild. Omgeving en passanten spelen hun rol: zij behoren, onbewust maar essentiëel, tot de schildering. Trappen leiden de bezoeker naar de onthulling toe, naar deze fata morgana waarin weer andere mensen dwalen, mogelijk ook op zoek naar herkenning en begrip.

Heeft een en ander de tand des tijds doorstaan? Blijft het kwetsbare beeld – door de tijden van onderwijskundige mededelingen en pamfletplakkende schooljeugd heen (in de tachtiger jaren voorzien van postmoderne spuitbussen) – onaangetast? Troost zelf weet het niet, hij is benieuwd. Hij heeft zijn gedetailleerde beeldvoering in ieder geval niet bij voorbaat aangepast aan mogelijke beschadigingen: in plaats van een ruime opzet en grove vormgeving komt ook hier weer de verfijning van een beeld aan de orde.

In de loop der tijd zijn uiteraard diverse kunstwerken verplaatst of radicaal uit het Eindhovense stadsbeeld verdwenen. Fresco’s zijn met de muren neergehaald, ramen zijn mee verhuisd en tegenwoordig onzichtbaar voor publiek, panelen zijn opgeborgen. De vooruitgang eist immers zijn tol.

Recent Posts