HOME

‘Mijn werk kan worden afgebroken’

Albert in kantoor op AcademieOp zondag 28 maart 2010, overleed kunstenaar Albert Troost (1924). Hij was al geruime tijd ziek en verbleef in een verzorgingshuis in Geldrop. Het grootste deel van zijn leven woonde hij in Nuenen. Daarom opnieuw dit artikel uit 2007.

Het oude atelier ruikt naar hout en papier. Het staat vol met boeken, kranten en knipsels.
Gereedschap hangt aan de muur, klaar voor gebruik. Aan de wand is nog steeds het glas-in-lood ontwerp voor de St. Servatius basiliek in Maastricht bevestigd. Toch wordt hier al zo’n tien jaar niet meer gewerkt.

Nuenen
In de bossen op de Gulberg, Eeneind, woont beeldend kunstenaar Albert Troost. ‘Min of meer bij toeval zijn we in Nuenen terecht gekomen. Ik woonde in Eindhoven en we waren wat aan het fietsen in een landelijk gebied. Ik zei: ‘Zo zou je eigenlijk moeten kunnen wonen’. Een vriend die bij ons was, wist wel zo’n huis te koop. Dat bleek in Nuenen te zijn. In die tijd moest je nog een huis aan te bieden hebben voordat je iets kon kopen. Dat hadden wij en toen was het binnen twee weken geregeld. Vanaf 1955 wonen we hier’, vertelt Albert Troost.

Troost
Albert Troost is in 1924 geboren in Woensel. Op zijn zeventiende kiest hij definitief voor de beeldende kunst. Hij volgt de opleiding Kunst, Techniek en Ambacht in Den Bosch en wordt daarna toegelaten tot de Rijksacademie in Amsterdam waar hij leerling wordt van Heinrich Campendonk. Hier leert hij ook zijn latere vrouw kennen, Antoinette Wentholt, met wie hij vier kinderen zal krijgen. Zijn eerste grote opdracht als kunstenaar is voor de St.Gerardus Majellakerk in Eindhoven. Troost heeft beeldende kunst en onderwijs altijd gecombineerd, net als zijn vrouw. Zo was hij docent aan de Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven en hoogleraar monumentale schilderkunst aan en directeur van de Jan van Eyck Academie in Maastricht. In de gemeente Nuenen c.a. was hij adviseur voor de kunstcommissie.

Beeldende kunst
Troost: ‘Ik maak beeldende kunst in relatie tot architectuur: glas-in-lood, muurmozaïek en wandschilderingen. De constructie van thema en gebouw moeten bij elkaar komen. Hiervoor moet de bouw soms worden aangepast aan het ontwerp, bijvoorbeeld voor de ritmering.
Daarom werk ik vaak samen met de architect. Daarin schuilt ook meteen het gevaar van dit soort werk: het kan worden afgebroken. Dat is al gebeurd in Oudenbosch en bijna was de Malpertuiskerk in Maastricht gesloopt. Gelukkig heeft de gemeente zich daarover ontfermd en zo voorlopig gered.’ De Malpertuiskerk is het grootste werk van Troost. In samenwerking met architect Jean Huijsmans is hier van 1964-66 een glaskunstwerk van 570 m2 verrezen.
Het is de grootste naoorlogse beglazing van een kerk in Nederland.
Het werk van Albert Troost is onder andere te zien in de Tweede Kamer in Den Haag, de Sint Jan in Den Bosch en Osaka (Japan). In Nuenen hangt een schilderij van Troost in het Enode-gebouw (1983) en in de Antoniuskapel (1987) op Eeneind. Zijn laatste opdracht was in 1997 voor het gemeentehuis in Haaren en in 2002 is een boek verschenen met een overzicht van zijn werk.

Tijdens dit gesprek herinnert Troost zich opeens zijn eerste kennismaking met Nuenen: spelend op kasteel Soeterbeek met en bij Jan Smits van Oyen. Hij was lang zijn klasgenoot en jeugdvriend. Als Albert Troost in 1969 een koninklijke onderscheiding krijgt, is het dan ook Smits van Oyen, burgemeester van Nuenen 1963-1977, die hem het lintje opspelt.

uit Rond de Linde, vrijdag 09 april 2010

Recent Posts